Plaktoetsen activeren
Plaktoetsen stelt u in staat om sneltoetsen in te voeren door toetsen één voor één in te drukken, in plaats van alle toetsen in één keer tegelijk. Bijvoorbeeld, met de sneltoets Super+Tab schakelt u tussen vensters. Zonder Plaktoetsen moet u deze twee toetsen allebei tegelijk ingedrukt houden; met Plaktoetsen ingeschakeld, drukt u eerst op Super, en dan op Tab, om hetzelfde te doen.
U kunt Plaktoetsen inschakelen als u het lastig vindt om meerdere toetsen tegelijk ingedrukt te houden.
Go to the Desktop and start typing Settings.
Click on Settings.
Click Accessibility in the sidebar to open the panel.
Druk op Typ-assistent (AccessX) onder het kopje Typen.
Switch the Sticky Keys switch to on.
Plaktoetsen snel in- of uitschakelen
Switch the Enable by Keyboard switch to turn sticky keys on and off from the keyboard. When this option is selected, you can press Shift five times in a row to enable or disable sticky keys.
You can also turn sticky keys on and off by clicking the accessibility icon on the taskbar and selecting Sticky Keys. The accessibility icon is visible when one or more settings have been enabled from the Accessibility panel.
Als u twee toetsen tegelijk indrukt, kan Plaktoetsen tijdelijk uitgeschakeld worden om een toetscombinatie op de gewone manier in te kunnen drukken.
Als u bijvoorbeeld Plaktoetsen heeft ingeschakeld maar Super en Tab tegelijkertijd indrukt, dan zal plaktoetsen niet wachten totdat u een andere toets indrukt, als u deze functie heeft ingeschakeld. Maar plaktoetsen zal wel wachten als u één toets indrukt. Dit is handig als u wel in staat bent sommige toetscombinaties tegelijk in te drukken (bijvoorbeeld toetsen die dicht bij elkaar liggen), maar andere niet.
Selecteer Uitschakelen wanneer twee toetsen tegelijkertijd worden ingedrukt om dit in te schakelen.
U kunt de computer een pieptoon laten geven wanneer u begint met het intypen van een sneltoets met PlakToetsen ingeschakeld. Dit is handig als u wilt weten of plaktoetsen verwacht dat er een sneltoets ingedrukt wordt; de volgende toets die ingedrukt wordt, wordt dan beschouwd als deel van de sneltoets. Selecteer Piepen wanneer wijzigingstoets wordt ingedrukt om dit in te schakelen.